Yoghurtijs met lemon curd en frambozencoulis

29/01/2015

Omdat ik geen ijsmachine heb staan en ook niet van plan ben er binnenkort één aan te schaffen, kies ik altijd voor slimme variaties op ijsrecepten. Liefst zonder zes keer roeren of tussendoor ontdooien, want daar zit niemand op te wachten. En hoewel het technisch gezien misschien geen écht ijs is, zijn dit chocolade-ijs en dit romige banaanijs wel onwijs lekker. En de versie met Griekse yoghurt en lemon curd in deze post is ook een echte aanrader.

Makkelijker kan eigenlijk niet, want voor dit dessert hoef je alleen maar twee ingrediënten te mengen. Na het invriezen geniet je dan van heerlijk frisromig ijs (en dat zonder roeren!) met een bijzonder vleugje citroen.

Voor een etentje serveer ik ‘m graag met een flinke lepel warme frambozencoulis, die je ook binnen een paar minuutjes maakt. Het contrast tussen het koude ijs en de zoete, warme vruchtensaus doet het altijd goed. Nog lekkerder wordt het bestrooid met wat gekarameliseerde hazelnoten, die voor extra crunch zorgen. En voor een wel heel spectaculair dessert kun je er ook nog een meringue over verkruimelen. Echt een aanrader!

4 personen

INGREDIËNTEN

500 g dikke Grieke (of Turkse) yoghurt
1 pot (300 g) lemon curd
een handje halve hazelnoten
1 el honing

Voor de frambozencoulis:
250 g frambozen (diepvries is prima)
1 el suiker, of naar smaak

INSTRUCTIES

1. Doe de yoghurt in een schaal. Roer de lemon curd even los en meng ‘m dan snel door de yoghurt voor een mooi marmereffect.

2. Schep het mengsel in een diepvriesbak en zet een nacht in de vriezer. Laat het yoghurtijs een klein half uurtje voor het serveren wat ontdooien in de koelkast.

3. Rooster ondertussen de hazelnoten in een droge koekenpan. Voeg de honing toe en roer goed, zodat alles met een kleverig laagje is bedekt. Wam alles een minuutje door en schep de noten dan op een bord.

4. Serveer het yoghurtijs met de gekarameliseerde noten en een lepel warme frambozencoulis.

Voor de coulis:

5. Doe de frambozen, suiker en een eetlepel water in een kleine steelpan.

6. Breng aan de kook en laat op laag vuur zo’n 5 minuten pruttelen, terwijl je regelmatig roert. Proef en voeg eventueel extra suiker toe.

7. Je kunt de coulis meteen serveren, maar voor een pitjesloze versie duw je ‘m eerst door een bolzeef of pureer je de saus even met een staafmixer.