Tijdens het doorbladeren van het eerder besproken kookboek Simply Italian van de Chiappa Sisters, viel mijn oog al snel op de bladerdeegtaart met rode vruchten. Een simpel dessert dat toch indrukwekkend oogt; helemaal in stijl met mijn ‘the little things’ filosofie.
Ik maakte deze taart in verschillende formaten om de mogelijkheden te laten zien. Van eenhapstaartje tot dessert voor twee, en steeds even lekker! Knapperig bladerdeeg, romige mascarpone en zoete vruchten: dit is voor mij ultiem zomergebak.
Ik koos voor mooie robijnrode frambozen van de markt, maar deze taartjes kun je natuurlijk met elk soort rood fruit maken. Of probeer eens perziken of nectarines, die nog lekkerder zijn als je ze eerst even grilt.
Je kunt de bodems goed van tevoren maken, maar vul ze pas op het laatste moment met de mascarpone en het fruit. Het bladerdeeg wordt anders snel wat klef en juist de knapperigheid is zo lekker.
Ik eet deze taartjes het liefst bestoven met wat poedersuiker, maar met wat geschaafde pure of witte chocolade erover zijn ze ook heerlijk.
4 taartjes (of meer kleinere)
INGREDIËNTEN
250 g bladerdeeg (5½ plakje)
1 ei, geklopt
350 g frambozen
2 eetlepels suiker
250 g mascarpone
rasp van 1 citroen
zaadjes van 1 vanillestokje
2 el slagroom
poedersuiker
INSTRUCTIES
1. Verwarm de oven voor op 200 graden.
2. Rol het bladerdeeg uit tot één grote plak van ongeveer 0.5 cm dik. Dat gaat het makkelijkst op een werkblad bestoven met poedersuiker of bloem. Snijd 8 rechthoeken van ongeveer 7 x 10cm uit het deeg. Je kunt ook kleinere versies maken, zoals je op bovenstaande foto’s ziet. Snijd het midden uit de helft van deze rechthoeken, zodat je lijsten van 1 cm dikte overhoudt.
3. Bestrijk de hele rechthoeken met wat ei. Leg er dan voorzichtig de bladerdeeg-lijsten op. Prik het midden van de taartjes in met een vork, om rijzen te voorkomen.
4. Leg de deegplakjes op een bakplaat bekleed met bakpapier en bak ze 15-20 minuten in de voorverwarmde oven. De precieze tijd hangt af van het soort bladerdeeg en de grootte van je gebakjes. De taartjes zijn goed als ze goudbruin zijn en de randen mooi gerezen. Laat ze afkoelen op een rooster.
5. Doe ondertussen de frambozen in een schaaltje met de suiker. Je kunt deze stap eventueel overslaan als je perfect zoete frambozen gebruikt.
6. Meng de mascarpone in een ander schaaltje met de citroenrasp en vanillezaadjes. Voeg ook de slagroom toe. (Mijn ervaring is dat je de slagroom ook kunt weglaten. Het roommengsel wordt dan iets dikker, maar smaakt net zo lekker!)
7. Als de binnenkant van de gebakjes erg is gerezen, duw je deze eerst even terug. Schep een flinke hoeveelheid mascarponeroom op elke taartbodem. Leg er de frambozen op, bestuif met wat poedersuiker en serveer meteen.
