Deze prachtige, kleurrijke springrolls worden ook weleens rainbow rolls, summer rolls of Vietnamese springrolls genoemd. Hoe dan ook: het zijn zijdezachte, lichte loempia’s van rijstpapier en dus totaal iets anders dan hun gefrituurde naamgenoten.
Oorspronkelijk vind je ze in de Vietnamese keuken (‘Gỏi cuốn’), meestal gevuld met garnalen, verse kruiden en mihoen, maar tegenwoordig zijn ze met allerlei soorten vullingen over zo’n beetje de hele wereld te vinden.
Ik maak deze rainbow springrolls regelmatig in de lente en zomer. Meestal als lunch, maar ook weleens als licht diner met een soepje of salade. Je kunt ze vullen met zo’n beetje alles wat je maar lekker vindt (vind ik dan, he? Authentiek zijn ze dan niet meer, maar wél heerlijk!) en ik moet de eerste persoon nog tegenkomen die er niet van houdt.
Én ze zien er beeldschoon uit natuurlijk. Ik postte een foto op Instagram met de vraag of iemand geïnteresseerd zou zijn in mijn recept en de respons was nogal duidelijk. U vraagt, wij draaien!
Toegegeven: het is even een priegelwerkje, vooral de eerste keer. Maar oefening baart kunst en het heeft heus ook iets rustgevends, zo lekker knutselend je eten bereiden. En mocht je er nou echt niet voor gemaakt zijn, dan kun je ook gewoon allerlei soorten vulling in bakjes op tafel zetten en iedereen zelf z’n springrolls laten rollen. Prima oplossing.
Het recept hieronder moet je zien als basis voor je eigen variaties. Ik adviseer wel altijd een combinatie van knapperige rauwe groenten (paprika, wortel, sla, biet, komkommer) en verse groene kruiden met een beetje proteïne (bijv. garnalen, kip, rosbief, tofu of zoals op de foto: gerookte zalm), eventueel wat gekookte noedels én zeker iets romigs te combineren (bijv. avocado of mango).
Ik serveer deze rolls het liefst met een snelle dip op basis van notenpasta, maar een combinatie van zoete chilisaus en wat soja of juist vissaus met limoensap en een drupje soja is ook heerlijk.
Recept
voor 10 stuks
10 vellen rond rijstpapier*
handje verse koriander, basilicum of munt
ca. 200 g rauwe groente, in dunne reepjes en evt. paar in plakjes voor de buitenkant**
1 avocado, in dunne plakjes
proteïne naar keuze (zie hierboven)
evt. 100 g gekookte rijstnoedels
extra: koekenpan met heet water + schone, vochtige theedoek
* ik gebruik meestal die van 25 cm, maar je hebt ze in vele soorten en maten
** op de foto zie je er een paar met ronde plakken radijs, maar dat rolt niet zo lekker.
voor de dip:
1 el tahin (sesampasta)
1 el amandelpasta of pindakaas
1tl sojasaus
sap van ½ citroen
evt. 1 tl maple syrup
Maak de dip door de notenpasta en sojasaus te mengen en hier langzaam het citroensap bij toe te voegen. Het roeren zal eerst moeilijk en dan steeds makkelijker gaan. Voeg net zoveel warm water toe als nodig is om een romige dressing te maken (1-2 lepels) en breng eventueel op smaak met wat maple syrup. Zet weg.
Ga verder met de springrolls. Dompel een vel rijstpapier even onder in het hete water tot het iets zachter is, maar nog niet helemaal slap en doorschijnend. Haal het vel uit het water en leg netjes op de theedoek. Het rijstpapier wordt vanzelf nog zachter.
De vulling leg je iets boven het midden van het rijstvel. De eerste laag zie je straks aan de buitenkant, dus leg bijvoorbeeld eerst mooie komkommerlinten of avocadopartjes neer.
Leg daarop wat verse kruiden, evt. de rijstnoedels en proteïne en daarop de reepjes groenten en avocado. Vouw de onderkant van het vel zo strak mogelijk over de vulling heen en rol door tot je ongeveer op de helft bent. Klap dan de zijkanten naar binnen en rol de springroll verder op als een worstje.
Maak op deze manier alle springrolls, halveer ze met een scherp groot mes en serveer ze meteen.
Tip: als het water teveel afkoelt, kun je af en toe wat extra heet water in de koekenpan schenken.
