Een ideaal dessert, deze crumble met bramen. Gemaakt van heerlijk zoet, warm fruit met een krokant laagje van goudbruine kruimels bovenop. Het kruimeldeeg in dit recept is zo gemaakt en kan bijna niet mislukken. Met het fruit kun je bovendien alle kanten op. Appel, peer, bramen of kersen… bijna alles is lekker in een crumble. In de zomer gebruik ik vaak verse frambozen of bosvruchten, maar in de winter kies ik voor diepvriesfruit.
Ook met het kruimeldeeg zelf kun je goed variëren. Voeg bijvoorbeeld eens wat havermout, noten, verkruimelde koekjes of stukjes chocolade toe. Ook kruiden zijn een spannende toevoeging: rozemarijn en tijm doen het goed bij deze bramencrumble. En als je geen ovenbestendige bakjes hebt, maak je dit toetje gewoon in een grote schaal.
Ik serveer graag iets extra’s bij deze crumbles. Een bol koud en romig vanille-ijs is heerlijk, net als een schep mascarpone. Als je daar eerst wat vanillezaadjes (of een goede kwaliteit essence) doorroert, wordt ’t helemaal speciaal.
Tip: maak meteen een dubbele hoeveelheid kruimeldeeg. Dat laat zich namelijk prima invriezen!
4 personen
INGREDIËNTEN
400 gram bramen
1-2 eetlepels suiker (naar smaak)
75 gram bloem
75 gram suiker
50 gram roomboter, in blokjes (koud!)
½ bakje (125 gram) mascarpone
vanillezaadjes of vanille-essence
INSTRUCTIES
1. Verwarm de oven voor op 200C.
2. Meng de bramen met de suiker en schep ze in vier ingevette ovenbestendige schaaltjes.
3. Maak het kruimeldeeg door de bloem, suiker en koude roomboter met je handen vlug te kneden totdat het mengsel als grof zand voelt. Kneed niet te lang door, het moet geen samenhangend deeg worden. Het makkelijkst is het daarom om het mengsel met één hand te kneden.
4. Schep de kruimels over de vruchten en zet de bakjes 20 tot 25 minuten in de oven, of tot ze goudbruin zijn.
5. Schep ondertussen de mascarpone los en voeg de vanille toe.
6. Laat de crumbles iets afkoelen, dan wordt het kruimellaagje mooi krokant. Serveer lauw, met een schep vanillemascarpone.
